Het was een gewone dag in het ziekenhuis, ik was die dag werkzaam op de polikliniek Interne geneeskunde, en had op dat moment balie dienst.
Lekker rustig, dacht ik nog….
collega’s met lunchpauze, dus ik zat alleen in een bijna lege polikliniek ruimte.
Ineens hoor ik roepen ..”help zuster, mijn man wordt niet goed….”
Dan spring je achter de balie vandaan, sprint naar het echtpaar, en treft een man aan die, naar het lijkt, een epileptische aanval heeft. Zijn armen waren aan het verkrampen, en zijn ogen draaiden weg. Bij navraag bij de vrouw bleek dat hij geen epilepsie had, gebruikt hij medicijnen ..vroeg ik.., is hij bekend met een ziekte..? Mijn man heeft een pacemaker, vertelde mevrouw…
dat was schrikken, toen wist ik genoeg. Meneer was inmiddels al buiten bewustzijn aan het raken, en zijn kleur werd grijs, toen zwart rond de mond en lippen ..
Uiteraard volgens protocol gehandeld, en om een lang verhaal kort te maken, meneer kwam gelukkig weer bij bewustzijn. Hij hoefde uiteindelijk niet gereanimeerd te worden, zijn pacemaker had zijn werk gedaan.
Moraal van dit verhaal…het is niet altijd zoals het lijkt, laat je als hulpverlener niet teveel leiden door je eerste indruk.
Het leek een epileptische aanval, maar door acuut zuurstofgebrek gingen zijn armen verkrampen !!
Vraag altijd goed door, ook al denk je het al te weten wat er aan de hand is met het slachtoffer !
Handel vanuit de 5 hulpverleningsregels, dan kan je nooit iets over het hoofd zien of vergeten.
(Gelukkig is het na opname op de eerste hart hulp weer goed gekomen met meneer.)
Yolanda, doktersassistente & kader instructeur.